Muziekles kleuters
Koppeling aan de theorie
Les aan de hand van bladzijde 37 uit Eigenwijs. Het
liedje wie niet lopen wil.
Ik vond het erg lastig om een muziekles te geven
bij de kleuters. Dit was namelijk mijn eerste keer muziek bij deze klas. Ondanks
dit is muziek voor kinderen een ontzettend leuk vak dus had ik mij erg goed
voorbereid.
Ik had alle muziekinstrumenten zoals een djembe,
xylofoons,handtrommels en sambaballen klaargelegd. Ook de muziektrack stond
goed. De kinderen zaten in de kring en ik zong het liedje voor. De kinderen
wilde al heel erg snel op de muziek gaan bewegen. Volgens Eigenwijs is bewegen
en muziek onlosmakelijk met elkaar verbonden bij kleuters. (Haverkort,Van der
Lei, Noordam,2010,p 21) Kinderen willen heel graag bewegen. De liedjes zijn
hier vaak erg geschikt voor. In mijn les ging het over lopen, springen, dansen
enz. De kinderen mochten dit na het instuderen van het liedje zelf uitkiezen.
In mijn les heb ik veel gehad aan het kvb-model Haverkort,Van der Lei,
Noordam,2010,p 23. Door dit model kon ik goed nagaan of dit een goede muziekles
was. Ik probeerde elk onderdeel hierin voor te laten komen. Dus klank,vorm en
betekenis. Voor klank heb ik gekozen om met ritme te werken. Ik wilde graag dat
de kinderen een ritme leerde horen in een liedje. Ook vroeg ik aan de kinderen,
wat is een ritme? De klankkleur werd sterk bepaald door de instrumenten. De
kinderen hadden nooit gewerkt met instrumenten, daarom was dit erg interessant.
Met de V van vorm heb ik mij niet zo bezig gehouden begrippen als herhaling en
variatie zijn erg moeilijk voor kinderen. Bij deze les ging het dus erg om de
Klank. Betekenis heb ik gedaan met praktische functies, de kinderen konden dus
op de muziek bewegen en dansen.
Verder heb ik de instrumenten vrij aangeboden. Mijn
rol als leraar is altijd erg centraal in de onderbouwgroep. Ik wilde alleen dat
de kinderen zelf gingen ontdekken. Wat was dit nou? Wat voor geluid maakt dit
instrument? De kinderen dus heel erg laten ontdekken. Het was voor mij erg leuk
dat ze met de instrumeten nooit hadden gewerkt. Op die manier was het erg
aantrekkelijk voor ze. Haverkort,Van der Lei, Noordam,2010,p 234)
Ter afsluiting wil ik het hebben over de kwaliteit
van de zang. Mijn mentor had mij erg geholpen door te zeggen dat de kinderen
eerst goed moeten luisteren. Daarom zong ik het lied wel 5x voor. Hierdoor ging
het vanzelf dat de kinderen mee gingen zingen. Ook dit hebben we weer herhaald.
Toen ging ik luisteren naar de kinderen. Ik hoorde dat ze de tekst goed hadden
opgepikt van het liedje. Ik merkte wel dat de toonhoogte van kleuters van veel
hoger ligt. Hun stemmetjes zijn ook nog veel hoger. Hierdoor moest ik mijn stem
ook aanpassen. Dit ging erg goed omdat ik dit vanaf het begin al deed.
De eerste bron was eigenwijs
De andere twee bronnen waren muziek meester. Deze beide
boeken komen uit 2010 en zijn door dezelfde auteurs geschreven.
Hieronder vindt u mijn lesvoorbereiding.
Naam
|
Leonie Pos
|
Groep
|
1H
|
ICO
(Stagebegeleider) |
Johan Vedder
|
Praktijkschool
|
Rehobothschool
|
Groep
|
1/2
|
Mentor
|
Francisca Duijts
|
Activiteit
|
Muziek:ritme
|
Datum
|
23-2-2012
|
Leerpunten student
|
1. Betrekken van alle kinderen (comp. 1)
|
2. Duidelijk aangeven wat ik van de
leerlingen verwacht (comp. 1)
|
3. Orde houden (comp. 1)
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken
hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de
werkvorm, …
|
De kinderen
hebben nog nooit met muziekinstrumenten gewerkt. En zullen het daarom heel
erg intressant vinden en heel erg enthousiast zijn.
De leerlingen
zingen vaker maar, een aantal van de kinderen zingt niet mee.
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer je doelen SMART.
|
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
De kinderen
krijgen door de bewegingen en de instrumenten lol in de muziek.
Verder moeten
ze door de instrumenten goed te gebruiken een ritme aanleren.
|
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik bied
een liedje aan zodat de kinderen enthousiast worden voor muziek
De kinderen leren instrumenten in te zetten voor
het ritme van een liedje.
De muziek instrumenten en de cd van eigenwijs.
Instrumenten en hun stem.
|
||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
|
|||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
|
|||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de
uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
De muziek instrumenten. De cd op de goede
track.
Als de
instrumenten worden geïntroduceerd dan moet ik wel een aantal regels
uitleggen. Eerst moeten de kinderen wel de instrumenten onderzoeken.
De
instrumenten moeten weer worden opgeruimd.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
|
|
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar
moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische
eisen
·
Klank
·
Vorm
·
betekenis
|
DA
|
ADI
|
||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
inleiding
kern
Afsluiting
|
|
Ik vertel de kinderen dat we vandaag op een hele bijzondere manier een
liedje gaan leren. En dat we iets heel
bijzonders gaan doen. Hiervoor moeten we wel lekker had meewerken.
Ik zal het liedje laten horen
op de cd eigenwijs en dan track 11. Hierna zal ik her meerdere keren
voorzingen. Dit doe ik zodat de kinderen goed geluisterd hebben naar de
tekst.
Voor de beweging mogen de kinderen door het lokaal lopen en als het op
het liedje word gezongen stil moeten de kinderen ook stil staan. Dan gaan we
de woorden vervangen door bijvoorbeeld dansen of springen. Eerst zullen we
gewoon beginnen met lopen om dit te oefenen.
Dan introduceer ik de
instrumenten, ik laat de kinderen even herrie maken. Zodat ze de instrumenten
kunnen onderzoeken. We bespreken de instrumenten wat voor geluid maken ze en
wat is het? Alle instrumenten laat ik langskomen. Hoe klinken ze? Een hoog
geluid een laag geluid?
Vervolgens mogen ze op de maat proberen mee te doen met de
instrumenten. We beginnen eerst rustig en ook met alleen het begin van het
muziekje. Vervolgens als dit lukt gaan we verder met het hele muziekje.
Dan gaan we verdelen de kinderen met de belletje mogen op wie niet
tikken wil.
De kinderen met een trommel slaan op wie niet trommelen wil.
En zo verder.
Ik wissel de instrumenten zodat
er meer kinderen aan de beurt komen.
En iedereen erbij betrokken wordt.
Als er nog tijd voor is en de kinderen rustig de opdracht kunnen
uitvoeren van lopen door de klas en spelen met de instrumenten. Dan ga ik
samen met de kinderen de pasjes doen en tegelijk de instrumenten bespelen.
Bij deze onderdelen is de cd niet meer aan, dit is niet meer nodig.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten