maandag 5 maart 2012

Dramales voor de kleuters



Naam
Leonie Pos
Groep
1H
ICO
(Stagebegeleider)
Johan Vedder
Praktijkschool
Rehobothschool
Groep
1/2
Mentor
Francisca Duijts
Activiteit
Bijbelverhaal: Jezus en de kinderen
Datum
16-2-2012

Leerpunten student
1.      Goede aandachtsverdeling (comp. 1)
2.      Duidelijk aangeven wat ik van de leerlingen verwacht (comp. 2)
3.      Goed instructie(comp. 3)

Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
De kinderen krijgen dagelijks een Bijbelverhaal te horen. Een aantal kinderen krijgne thuis ook Bijbelverhalen te horen. Dit verhaal gaat over Jezus en de kinderen. Dit zal de kinderen erg aanspreken omdat zij zelf natuurlijk kind zijn.
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART.
  • De kinderen weten aan het eind van de les dat je als klein kind ook bij Jezus mag komen
  • Ze leren dat iedereen even belangrijk is voor God en Jezus.
  •  
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
Tijdens het drama spel leren de kinderen dat ook zij bij Jezus mogen komen en ze krijgen meer inzicht in het verhaal.

Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
Hoe wordt de leertijd gebruikt:
  leerkrachtgestuurd F
F leerlinggestuurd 

De kinderen horen tijdens een kringgesprek over Jezus en kort wat ik ga doen



De kinderen luistern meer naar het verhaal om zo meer zich te kunnen inleven. Om vervolgens te gaan praten over hun ervaringen.


Ik zal twee verschillende petten gebruiken om aan te geven wanneer ik Andreas of Jezus ben.
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?

Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
De spullen die ik gebruik voor mijn toneelspel.



De spullen moeten worden opgeborgen om over te gaan op een kringgesprek met de kinderen.




De kinderen gaan weer terug op hun plekje zitten. Er hoeft niet zoveel aan de organisatie worden aangepast.
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten?
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)

Keuze lesmodel
x
Didactische Analyse

Activerende Directe Instructie

Ander model, namelijk:


benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
·          
DA
ADI
1 Inleiding

2 Kern

3 Afsluiting
1 Terugblik
2 Oriƫntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie

continu: REFLECTIE

lesfase
Tijd
Activiteit
Inleiding





Kern






Afsluiting

Als inleiding op het bijbel verhaal vertel ik dat we vandaag een actief spelletje gaan doen. Hierbij zijn er verschillende rollen. De kinderen zullen gewoon kinderen moeten spelen.
En ik als leerkracht vertolk de rollen van Andreas en Jezus. Hierbij geef ik aan met twee voorwerpen wie nou Jezus is en wie Andreas.


Vervolgens zal ik mijn toneelstuk beginnen ik probeer de kinderen betrokken te houden door natuurlijk met hun te beginnen in het verhaal. Maar vooral zo te vertellen dat het voor hun heel levendig word.
Hierbij zal ik een muziekje afspelen en laat ik de kinderen hun ogen dicht doen zodat ze echt goed voor henzelf het beeld voor zich hebben.
Dan mogen de kinderen hun ogen op doen om met mij mee te spelen in het dramaspel.



Ter afsluiting vertel ik aan de kinderen hoe goed ze bezig zijn geweest. En ik vroeg wat ze ervan vonden. Ik stel een aantal vragen als: mag jij ook bij Jezus komen denk je? En voel je je ook wel eens klein?