Kennismakingsspel 5: Alleen Ja en Nee.
Ik
heb een kennismakingsspel gedaan in groep 8. Ik moest de eerste dag namelijk
wel vertellen wie ik was. Hieronder de beschrijving van het spel.
Dit
snelle kennismakingsspel is geschikt als de deelnemers elkaar onderling al
kennen. Dit spel is een alternatieve manier voor de de docent/trainer om zich
voor te stellen. De deelnemers moeten in een kring gaan zitten en stellen om de
beurt - met de wijzers van de klok mee - een gesloten vraag die door de docent
alleen met "ja" of "nee" beantwoord mag worden. Met andere
woorden: alleen gesloten vragen zijn toegestaan. Als een open vraag gesteld
wordt is de vragensteller af en gaat de beurt meteen door. Hoeveel rondjes
gesloten vragen gesteld worden is afhankelijk van het aantal deelnemers, het
aantal afvallers en de snelheid waarmee vragen elkaar opvolgen. Snelheid is
bijzonder belangrijk bij dit spel, anders wordt het spel saai en lijkt het meer
op een ijdele egotrip van de docent. Als extra regel kun je afspreken dat de
vraag binnen drie seconden na het antwoord van de vorige vraag moet worden
gesteld. Bij groepen met ervaring met gesloten vragen stellen kun je als
moeilijkheidsfactor stellen dat de vraag inhoudelijk moet aansluiten bij de
voorgaande vraag.De vragen kunnen gaan over opleiding, woonsituatie, gezin, hobby's, favouriete muziek enzovoort. Het voordeel van het onderwerp is dat je als ondervraagde het antwoord meteen weet, wat de snelheid in het spel houdt. Maar je kunt ook een ander onderwerp kiezen, bijvoorbeeld: "een fruitsalade" (Zet de deelnemers op een spoor: wat zit er in de fruitsalade? hoe maak je die salade? voor wie is de salade bestemd? waar komen de ingredienten vandaan? enzovoort).
Misschien moet eerst het verschil tussen open en gesloten vragen uitgelegd worden. Dit kan ook een nevendoelstelling van het spel zijn.
Tijdsindicatie: uitleg en kring maken (5 minuten), vragenrondes (5 minuten); totaal 10 minuten
Beeldende vormingles
Lesvoorbereiding
Naam
|
Leonie Pos
|
Groep
|
1H
|
ICO
(Stagebegeleider) |
Johan Vedder
|
Praktijkschool
|
Rehoboth school
|
Groep
|
8
|
Mentor
|
Johan Vedder
|
Activiteit
|
Creatieve les, tekenen
|
Datum
|
28-10-2011
|
Leerpunten student
|
|
2. Consequent zijn
|
3. Aandacht goed verdelen
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken
hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de
werkvorm, …
|
De
leerlingen kunnen tekenen.
Ze
kunnen hun fantasie gebruiken en dat omzetten in creatief werk. Ze kunnen
zelfstandig een werkstuk
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer je doelen SMART.
|
De
creativiteit van de leerlingen stimuleren. Hun fantasie omzetten in beeldende
vormen
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Aan
het eind van de les kunnen we aan het product zien of ze creatief bezig zijn
geweest.
|
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik
geef de leerlingen instructie over de opdracht en zet ze daarna rustig aan
het werk.
De leerlingen gaan creatief aan de
gang door te tekenen.
Digibord en papier en potloden,gummen
puntenslijpers enzovoort.
Papier en potloden,gummen
puntenslijpers enzovoort.
|
||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
|
|||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
|
|||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de
uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
Papier,
potloden
De leerlingen moeten hun werk opruimen
na gebruik. En per tafel ruimen ze de andere benodigdheden op.
Ieder groepje ruimt zijn eigen spullen
op. En de werkjes worden op 1 stapel gegooid.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
|
|
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les.
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische
eisen
·
|
DA
|
ADI
|
||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriƫntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Inleiding
Kern
Afsluiting
|
|
De kinderen krijgen een simpele opdracht. Ze moeten een plaatje uit een tijdschrift
knippen en die vervolgens op een wit vel plakken. Dit is het uitgangspunt van
hun werkstuk. Dus als ze een lamp uitknippen kunnen ze daar verder een
woonkamer bij tekenen bijvoorbeeld.
De materialen staan al op tafel ze moeten tijdens het
werken op hun plek blijven (ze mogen wel staan) Verder zal ik muziek opzetten
voor een ontspannen sfeer.
De
leerlingen gaan aan de slag ze knippen eerst een plaatje naar keuze uit en
plakken die op een wit papier velletje. Vervolgens beginnen ze met tekenen.
Ik vertel ze dat ik geen wit stukje meer op hun papier wil zien.
Als
ze klaar zijn vraag ik of ze hun werk willen neerliggen ze moeten achter hun
stoel gaan staan en mogen dan rustig een rondje lopen door de klas om de
werkstukken van andere te bekijken.
Als
afsluiting vraag ik ze of ze een werkstuk hebben gezien van elkaar wat ze nou
heel erg mooi vonden en waarom.
|