Drama les 24 mei 2012
Koppeling van de theorie:
In deze les heb ik gebruik gemaakt van improvisatiespel. Dit betekent niet dat een kind zomaar wat kan gaan doen. Ik heb deze les bij kleuters gegeven, hierdoor is het moeilijker om ze echt betere speltechnieken van improvisatie bij te brengen. Bij deze klas heb ik daarom alleen een soort basis willen leggen. Vaardigheden die je hiermee oefent zijn dan ook technisch spelinzicht, omgaan met conflictsituaties, flexibiliteit en handelend optreden (De Nooij,2008,p. 85) Dit was bij kleuters erg lastig daarom heb ik alleen het punt van flexibiliteit gehouden. De kinderen moesten vrij kunnen spelen. Wel heb ik twee warming-ups met de kinderen gedaan zodat ze al een beetje konden oefenen, en meegingen in het idee van een dramales wat ze erg weinig hadden gehad. Toch is volgens kijk op spel dramales bij de kleuters heel anders. Dit boek stelt dat er weinig publieksgerichtheid is blij kleuters, dit is waar. Toch heb ik in mijn les gekozen voor een publiekopstelling om aan te geven dat de kinderen nu iets moesten opvoeren, op deze manier kon ik ook zien wie zich hier competent voelde om dit te doen. (De Nooij,2008,p. 59)
Bij drama is dit namelijk erg belangrijk, je stelt je kwetsbaar op. Het kind moet zich namelijk presenteren voor de klas. In deze klas ging dat erg goed alle kinderen wilde graag een toneelstukje opvoeren. Dit gedrag laat zien dat veel kinderen een positief zelfbeeld hebben wat belangrijk is voor kinderen om goed te kunnen leren(Woltjer en Janssens,2010,p. 25)
Hieronder mijn lesvoorbereiding van de les
Bij drama is dit namelijk erg belangrijk, je stelt je kwetsbaar op. Het kind moet zich namelijk presenteren voor de klas. In deze klas ging dat erg goed alle kinderen wilde graag een toneelstukje opvoeren. Dit gedrag laat zien dat veel kinderen een positief zelfbeeld hebben wat belangrijk is voor kinderen om goed te kunnen leren(Woltjer en Janssens,2010,p. 25)
Hieronder mijn lesvoorbereiding van de les
Lesvoorbereiding
Naam
|
Leonie Pos
|
Groep
|
1H
|
ICO
(Stagebegeleider) |
Johan Vedder
|
Praktijkschool
|
Rehobothschool
|
Groep
|
1/2
|
Mentor
|
Francisca Duijst
|
Activiteit
|
Dramales: emoties
|
Datum
|
24-4-2012
|
Leerpunten student
|
1. Ontvangstbevestiging geven aan
leerlingen (ook non-verbaal)(comp. 1)
|
2. Niet te veel in één keer (comp. 3)
|
3. Kinderen begeleiden als dat nodig is (comp 2)
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken
hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de
werkvorm, …
|
De kinderen
hebben nog weinig dramalessen gehad. De kinderen kennen wel veel basisemoties,
maar zullen moeite hebben om dit te herkennen.
Ik zal ook de
basisemoties moeten uitleggen en in een goede context moeten aanbieden.
De kinderen
doen bijna geen toneelstukjes
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer je doelen SMART.
|
-
Oefenen met emoties
zichtbaar te maken in het spel.
-
Emoties te herkennen
-
Kinderen kennen het begrip
emotie en weten de kenmerken hiervan.
-
Oefenen met improvisatie
in het spel.
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Bij het begin
zal door middel van het zelf doen van de kinderen ze kennis maken met de vorm
van emoties.
Bij het bekijken
van de plaatjes zien ze dit ook op papier.
En bij de
afsluiting
|
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
De
kinderen leren door middel van de oefeningen om hun emotie uit te drukken in
het spel. Verder leren ze die emotie te herkennen aan uitdrukkigen en
houdingen.
De leerlingen leren hun emotie te gebruiken in
het spel.
Stoeltjes voor in het theater,verschillende
tekeningen met emoties erop. Kroontje en de staf voor de koningin
De leerlingen gebruiken in principe alleen hun
lichaam
|
||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
|
|||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
|
|||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de
uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
De stoeltjes staan in de kring de tafel in
het midden staat er ook met de papieren erop.
De tafel moet
aan de kant geschoven worden zodat de leerlingen goed en vrij kunnen bewegen.
De kinderen
zetten zelf hun stoel weer in de kring.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
|
|
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar
moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische
eisen
·
Beeld:emotie
·
Vorm :Improvisatie
·
Vaardigheden: emoties zichtbaar maken in spel. Kennis maken met
improvisatie
|
DA
|
ADI
|
||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Wup 1
(warming- up)
Kern
Slot
|
5 min
5 min
10 min
|
Ik begin mijn inleiding te vertellen over toneelspel en wat dit
precies inhoudt. Dus dat dit bestaat uit een podium, het publiek de acteurs
enz.
Als dit gebeurt is vertel ik dat deze les over emoties gaat. Ik zal
dit uitleggen omdat dit een vaag begrip zal zijn voor d kinderen. Ik behandel
de 4 basisemoties. Omdat dit duidelijk en herkenbare emoties zijn. Het gaat
dan om blij,boos, bang en verdrietig/bedroefd. ik laat de plaatjes zien en
vraag of ze herkennen welke emotie dit is en waarom.
Als eerste warming up zal ik dus aan de kinderen vragen, en ze laten
meedoen. We zullen dus allemaal individueel bang,boos ,blij verdrietig.
Ik probeer ook te sturen op hoe de kinderen hierbij staan dus hun
lichaamshouding.
Als kern gaan we een echt theater voostelling geven met onze emoties.
ik vraag drie kinderen om vooraan te
komen staan en ik geef ze alle drie dezelfde emotie. Ook is een van hun de
koning of de koningin zodat de kinderen wel een context hebben waarbinnen ze
hun toneelstukje kunnen opvoeren. Het publiek moet dan vervolgens raden welke
emotie er is uitgebeeld. Als nabespreking vraag ik waaraan ze dat gezien
hebben. Op deze manier wil ik ook oefenen met hun improvisatie spel. Het
kader wat ik heb gesteld is emotie. De vrijheid hebben ze om zelf te bedenken
wat ze met deze emotie gaan doen.
Ik zal niet alle groepjes naar voren laten komen omdat, niet alle kinderen dat durven en omdat door de tijd te lang zal duren. Ik probeer zo dat het pedagogisch veilig is voor de kinderen.
We geven de kinderen een groot applaus en dan is de les afgelopen.
|
Hieronder staan tekeningen die ik heb gebruikt in mijn les om goed te laten zien wat lichamelijke kenmerken zijn van een emotie, zoals bang of blij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten